Ooit stond de Benelux aan de basis van de Europese Unie. Ruim zestig jaar later lonkt een geïntegreerde Benelux markt voor de retail. Stel je het eens voor!? Op slag is deze markt een van de grootste markten binnen Europa, niet ver achter het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Frankrijk, maar vlak achter deze traditionele grootmachten. Eén grote thuismarkt, met vrij verkeer van goederen voor retail en e-commerce. Het zou in de komende jaren zo maar eens het verschil kunnen uitmaken voor tienduizenden winkeliers.
Droom en daad
Tussen droom en daad staat echter bijzonder veel uitdaging, aldus Gino van Ossel, een van de opstellers van het rapport dat deze week werd uitgebracht door het Secretariaat-Generaal van de Benelux. Van Ossel van Vlerick Business School lichtte gisteren het rapport toe, dat in opdracht van ministers van Economische Zaken van de Benelux Henk Kamp (NL), Etienne Schneider (BE) en Kris Peeters (LUX) werd geschreven. Gisteren vond de presentatie plaats in Brussel in het bijzijn van ministers, vertegenwoordigers van belangen- en brancheorganisaties in de detailhandel en e-commerce. In een panel onder leiding van Kitty Koelemeijer mocht ik na de presentatie mijn mening geven.
Cross border retailing bestaat nauwelijks
Eén Benelux thuismarkt is een top idee, net zoals het idee van één Europese Unie. Maar ja, kom er maar eens een mee in een tijd waarin landen voor zichzelf kiezen, waar nationalisme en protectionisme grond wint en Nederland, België en Luxemburg openlijk strijden om de tweede plaats achter ‘America First’. En toch is deze regionale reactie op globaal protectionisme een interessante optie voor kleine open economieën als de onze.
De Benelux bestaat uit 28 miljoen consumenten, bijna 200.000 retailers en bijna 1 miljoen mensen die werken in de retail. Toch wordt het volledig potentieel van de Benelux markt bij lange na nog niet benut. Terwijl 65% van alle Europese internet gebruikers over de grens winkelt, verkoopt slechts 7,5% van alle MKB bedrijven in de Benelux over de grens! In Nederland verkopen maar 2% van alle traditionele retailers over de grens, van online winkels maar 3%. Het zijn eigenlijk ongelofelijke cijfers welbeschouwd van de oude VOC-natie.
Als alle EU landen dezelfde regels zouden hebben voor e-commerce zou 57% van de bedrijven bereid zijn te verhandelen naar andere EU landen of hun verkoop naar die landen uitbreiden. Een interne Benelux markt zou in 2025, 23 miljard extra omzet, 4 miljard extra toegevoegde waarde creëren en zorgen voor 36.000 nieuwe bedrijven en 95. 000 nieuwe banen. Het zou meer hooggekwalificeerde banen op hoofdkantoren opleveren en meer banen voor laag opgeleiden in lokale of regionale winkels. Maar bovenal zou een interne Benelux detailhandel markt in staat zijn de wereldwijde concurrentie beter het hoofd te bieden.
De Benelux als springplank voor Europa
De Benelux als Europese springplank of anders gezegd als het goede voorbeeld of role model voor Europese samenwerking. Het is een bijna anti-cyclisch perspectief dat sommigen enthousiast maakt (‘Benelux Rocks’, werd er gisteren geroepen!), maar voor anderen een sceptisch perspectief vormt. Immers, in de afgelopen 10-tallen jaren is er op het gebied van samenwerking op het gebied van retail in de Benelux maar bar weinig gebeurd. Tijdens de lunch met retail associatie bobo’s constateerden de traditionele koepelorganisaties van de detailhandel dat ze elkaar eigenlijk nooit spreken.
Een geïntegreerde Benelux thuismarkt moet dus van ver komen. Het perspectief van efficiëntie verhoging en kosten besparing van zo’n 2,45 miljard euro tegen 2018, het verminderen van regeltjes, het oplossen van juridische versnippering en het dealen met culturele gevoeligheden moeten politiek en retailers verleiden de handen in een te slaan en letterlijk en figuurlijk over de eigen grenzen heen te kijken.
Vanuit geo-politiek perspectief lonkt een grotere thuismarkt, waar we als Benelux vanuit die grotere thuismarkt beter kunnen concurreren met opkomende globale shopping ecosystemen en gemakkelijker de sprong naar de ons omringende landen kunnen maken. Een Benelux thuismarkt is met andere woorden een voor de hand liggende stap die we samen kunnen maken en de moeite van het overwegen waard.
Sense of urgency?!
Laten we dan ook gewoon beginnen in de Benelux, is ook mijn pleidooi. Waarom zouden MKB’ers geen Benelux-bedrijf kunnen starten? Waar blijft dat Benelux kenniscentrum voor cross-border retail? Waar zijn die role-models en best practices van zaken doen in de Benelux? Waarom niet een time-out van regelgeving voor zeg een jaar of twee, voor die ondernemers die de stap over de grens in de Benelux willen zetten?
De Benelux-optie zou zo maar ook eens een bittere noodzaak kunnen blijken te zijn voor de retailsector om het hoofd in het komende decennium boven water te kunnen houden. De sense of urgency wordt nog altijd door veel traditionele retailers en hun belangenorganisaties ontkent of onderschat, zo bleek gisteren eens te meer. We hebben het ergste nu wel achter de rug fluisterde een belangenbehartiger me gisteren toe.
De retail kan wat dat betreft een voorbeeld nemen aan de transport sector. Deze maakt ondertussen al volop gebruik van de Benelux Unie, heeft verregaande samenwerking afgesproken voor innovatieve voertuigen en doet aan gecoördineerde inspecties.
Van Best Kept Secret naar Benelux Retail Agenda
Maar weinigen weten dat de Benelux een krachtig instrument in handen heeft om tot zaken te komen. Misschien wel het best bewaarde geheim in de Benelux is dat artikel 350 van het Werkingsverdrag van de EU stelt dat landen onderling met elkaar wet- en regelgeving kunnen afspreken met betrekking tot de interne markt, die doorgaans binnen 12 maanden geëffectueerd kan worden.
Waar wachten we op?!
www.wijnandjongen.com